Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme

 

Artikel 51
Deze wet wordt aangehaald als: Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden,
Gegeven te Tavarnelle, 15 juli 2008
Beatrix
De Minister van Financiën a.i. , A. Rouvoet
De Minister van Justitie , E. M. H. Hirsch Ballin
Uitgegeven de de negenentwintigste juli 2008
De Minister van Justitie ,
e
M. H. Hirsch Ballin
Bijlage als bedoeld in artikel 28 van de wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme
Categorie-indeling
1
Voor de instellingen die onder de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme vallen geldt de volgende categorie-indeling:
a
voor een kredietinstelling als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht:Categorie I: met een balanstotaal van minder dan € 45 378 000; factor: 1;Categorie II: met een balanstotaal van ten minste € 45 378 000, maar minder dan € 453 780 000; factor: 2;Categorie III: met een balanstotaal van ten minste € 453 780 000, maar minder dan € 4 537 800 000; factor: 3;Categorie IV: met een balanstotaal van ten minste € 4 537 800 000, maar minder dan € 45 378 020 000; factor: 4;Categorie V: met een balanstotaal van ten minste € 45 378 020 000; factor: 5.
b
voor een beleggingsinstelling als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht:Categorie I: met een eigen vermogen van minder dan € 453 800; factor: 1;Categorie II: met een eigen vermogen van ten minste € 453 800, maar minder dan € 4 538 000; factor: 2;Categorie III: met een eigen vermogen van ten minste € 4 538 000, maar minder dan € 45 378 000 ; factor: 3;Categorie IV: met een eigen vermogen van ten minste € 45 378 000, maar minder dan € 453 780 000; factor: 4;Categorie V: met een eigen vermogen van ten minste € 453 780 000; factor: 5.
c
Voor een geldtransactiekantoor als bedoeld in artikel 1, onderdeel a, van de Wet inzake de geldtransactiekantoren, een speelcasino als bedoeld in artikel 27g, tweede lid, van de Wet op de kansspelen, of een onderneming die creditcards uitgeeft:Categorie I: met een opbrengst van minder dan € 45 400; factor: 0,25;Categorie II: met een opbrengst van ten minste € 45 400, maar minder dan € 90 800; factor: 0,5;Categorie III: met een opbrengst van ten minste € 90 800, maar minder dan € 226 900; factor: 1;Categorie IV: ingeschreven geldtransactiekantoren met een opbrengst van ten minste € 226 900, maar minder dan € 453 800; factor: 2;Categorie V: ingeschreven geldtransactiekantoren met een opbrengst van ten minste € 453 800; factor: 3.
d
Voor een beleggingsonderneming als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht:Categorie I: met een eigen vermogen van minder dan € 136 100; factor: 1;Categorie II: met een eigen vermogen van ten minste € 136 100, maar minder dan € 272 300; factor: 2;Categorie III: met een eigen vermogen van ten minste € 272 300, maar minder dan € 453 800; factor: 3;Categorie IV: met een eigen vermogen van ten minste € 453 800, maar minder dan € 4 538 000; factor: 4;Categorie V: met een eigen vermogen van ten minste € 4 538 000; factor: 5.
e
Voor een verzekeraar als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht:Categorie I: met een balanstotaal van minder dan € 13 613 000; factor: 1;Categorie II: met een balanstotaal van ten minste € 13 613 000, maar minder dan € 68 067 000; factor: 2;Categorie III: met een balanstotaal van ten minste € 68 067 000, maar minder dan € 340 335 000; factor: 3;Categorie IV: met een balanstotaal van ten minste € 340 335 000, maar minder dan € 1 361 340 000; factor: 4;Categorie V: met een balanstotaal van ten minste € 1 361 340 000; factor: 6.
f
Voor instellingen, niet genoemd in de onderdelen a tot en met e:Categorie I: instellingen met een omzet van minder dan € 45 400; factor: 0,5;Categorie II: instellingen met een omzet van ten minste € 45 400, maar minder dan € 90 800; factor: 1;Categorie III: instellingen met een omzet van ten minste € 90 800, maar minder dan € 226 900; factor: 2;Categorie IV: instellingen met een omzet van ten minste € 226 900, maar minder dan € 453 800; factor: 3;Categorie V: instellingen met een omzet van ten minste € 453 800; factor: 4.
2
Indien de gegevens omtrent het balanstotaal, het eigen vermogen, de opbrengst of de omzet niet aan Onze Minister beschikbaar zijn gesteld, kan Onze Minister aan degene aan wie de boete wordt opgelegd, verzoeken deze gegevens binnen een door hem te stellen termijn te verstrekken. Indien de betrokkene niet binnen de gestelde termijn voldoet aan dit verzoek, is bij de vaststelling van de hoogte van de boete categorie V van toepassing.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •